De Koalabeer

 

  De koalabeer (buidelbeer) is een van de boombewonende buideldieren van oostelijk Australië. De koala brengt vrijwel al zijn tijd hoog in eucalyptusbomen door. De buidelbeer is wettelijk beschermd, maar toch wordt hij ernstig bedreigd, omdat zijn leefgebied steeds kleiner wordt door jaarlijkse bosbranden.

 

Zij voeden zich met het blad van verschillende gombomen (eucalyptus). De lange armen en de klauwachtige handen zijn te beschouwen als aanpassingen aan het boomleven.

 

De oren hebben grote pluimen, de grote neus is geheel naakt, een staart ontbreekt. Het wollige dier maakt een teddybeerachtige indruk; het wordt 60-80 cm lang en kan meer dan 10 kg wegen.  

 

De voortplanting verloopt langzaam. De dieren worden pas op hun derde of vierde jaar geslachtsrijp, en de wijfjes werpen hooguit een jong per jaar.
Koala's paren tussen december en maart. 35 Dagen later komt er een piepklein jong ter wereld dat slechts 0,3 gram weegt en blind en naakt is. Instinctief baant het diertje een weg door de vacht van de moeder om haar buidel te bereiken die, anders dan bij de meeste andere buideldieren, de opening naar achteren heeft. In de buidel zuigt het koalajong zich vast aan een tepel. Dankzij de moedermelk groeit hij de eerste zes maanden in de buidel verder. De laatste maand krijgt hij half verteerd voedsel uit de darm van de moeder.

 

  Een jong verlaat voor het eerst de buidel als hij zes maanden oud is, en klimt op de rug van zijn moeder, waar hij zich stevig vastgrijpt. Drie maanden later is hij volgroeid en kan zijn eigen voedsel zoeken. Jonge koala's blijven tot de volgende paartijd bij hun moeder.

 

Naast een strikte bescherming heeft men dit vreedzame en in veel opzichten interessante dier weer hier en daar uitgezet en deze pogingen zijn op den duur met succes bekroond. Vanwege het gespecialiseerde voedsel kunnen alleen de dierentuinen die over de juiste gombomen beschikken met succes koala's houden.

 

Vergeet mijn gastenboek niet!